Enkele fragmenten uit het verhaal van Trang
….24 uur later had ik volledige ontsluiting. Vanwege de ruggenprik voelde ik geen pijn en moest ik op de monitor kijken om te zien wanneer ik een wee had. Totaal uitgeput was ik, persen lukte niet meer. Ook nu besliste het team weer kordaat: het wordt een keizersnede. Met spoed werd ik naar de operatiekamer gebracht; voor zowel mij als Mark een vertrouwde plek, met vertrouwde mensen. Om vijf uur ‘s nachts was Milou er. Wat was ze mooi. Linea recta ging ze naar de ic.
Ook nu bloedde ik weer hevig bij het verwijderen van de placenta. Het was niet te stelpen.
‘Ik ben misselijk van de medicijnen en ik voel pijn, ondanks de ruggenprik’, liet ik weten. ‘We brengen je onder narcose’, reageerde de anesthesist direct, mijn altijd zo rustige collega. Maar nu zag ik iets anders. Ik zag de paniek in zijn ogen, terwijl hij met z’n handen de zak bloed het infuus inkneep.
Normaal gesproken gaat bij een operatie als deze de vader met het kindje weg. Maar Mark kon niets doen… zijn dochter lag op de intensive care en zijn vrouw vocht voor haar leven. De eenzaamheid die hij op dat moment gevoeld heeft… dat vind ik misschien nog wel het pijnlijkst van alles. Hij durfde ook geen familie en vrienden te bellen, want wat moest hij zeggen? ‘Milou is geboren, maar ik weet niet hoe het met Trang gaat.’ Het duurde vijf uur, voordat hij durfde te bellen. Uiteindelijk wist men het bloeden te stelpen met hulp van een interventieradioloog.
Nog een paar dagen hield de pijn aan. Zo vaak als ik kon, ging ik naar de intensive care om bij Milou te zijn. Na vijf dagen mochten we naar huis. Ziekenhuis uit, overlevingsmodus aan….